Klanten vallen door de mand na ziekmelding
11 februari 2022 om 17:30
In verband met de ernstige ziekte van de directeur van een zonnestudio vangt verzekeraar Nationale-Nederlanden (NN) aan met uitkeringen vanuit de verzuimverzekering. Bij de gevolmachtigd agent vermoeden ze dat de vrouw alleen werknemer is om onder de dekking van de verzuimverzekering te vallen. Er wordt een onderzoek gestart en NN ontdekt dat er ook nog iets anders aan de hand is.
De feiten
Klanten hebben samen een zonnestudio (hierna: Holding). Begin 2016 is via een tussenpersoon een ziekteverzuimverzekering tot stand gekomen tussen de Holding – daarbij vertegenwoordigd door de man – en (de rechtsvoorganger van) NN. Een gevolmachtigd agent trad op als volmacht van NN.
Op het moment van totstandkoming van de ziekteverzuimverzekering was er één werknemer in dienst van de Holding, met een verzekerd bruto jaarloon van een kleine € 25.000,-. Eind december 2016 heeft de tussenpersoon aan de volmacht per e-mail bericht dat het verzekerde jaarloon moet worden verhoogd naar zo’n € 75.000,- omdat de vrouw directeur van de Holding is geworden en er verder geen werknemers meer zijn.
Medio juni 2017 blijkt de vrouw ernstig ziek te zijn. Vervolgens is zij op 5 juli 2017, met ingang van 22 juni 2017, ziekgemeld, waarna uitkeringen onder de ziekteverzuimverzekering zijn gestart. Maart 2018 heeft de gevolmachtigd agent bij NN gemeld dat het vermoeden bestaat dat de vrouw, als vrouw van de directeur grootaandeelhouder / voormalig bestuurder van de Holding, alleen werknemer is geworden om op die manier onder de dekking van de ziekteverzuimverzekering te vallen. Naar aanleiding van deze melding is NN een onderzoek gestart.
Het onderzoek is er onder meer op gericht vast te stellen of er sprake is van een reëel dienstverband en om duidelijkheid te krijgen over het moment dat voor het eerst bekend werd dat de vrouw ziek was. Uit het onderzoek blijkt dat in de periode dat de vrouw in loondienst was, zij en haar man op basis van haar inkomen een hypotheek hebben afgesloten.
De verzekeraar concludeert dat klanten een verkeerde voorstelling van zaken hebben gegeven ten aanzien van het dienstverband van de vrouw. De klant heeft de verzekeraar kennelijk opzettelijk misleid en bewogen tot het doen van uitkeringen op de ziekteverzuimpolis terwijl daarop geen recht bestond, omdat er geen sprake was van een arbeidsovereenkomst. Hierdoor is NN in haar belangen geschaad. Daarbij is het fictieve dienstverband misbruikt voor het verkrijgen van een hypotheek.
De geclaimde schade niet zal worden vergoed, de gedane uitkeringen zullen worden teruggevorderd en de verzekering wordt per direct beëindigd. Tevens wordt aangekondigd dat de persoons- en bedrijfsgegevens van de man worden opgenomen in de Gebeurtenissenadministratie en het Intern Verwijzingsregister (hierna: ‘IVR’) van NN Group, in het Incidentenregister (hierna: ‘IR’) en het Extern Verwijzingsregister (hierna: ‘EVR’) en dat het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit (hierna: ‘CBV’) ervan op de hoogte is gebracht dat NN de gegevens heeft opgenomen in het incidentenregister. De registraties worden na ontvangst van de concept dagvaarding van klanten door NN teruggedraaid.
De beoordeling
De voorzieningenrechter is het met NN eens dat het door NN verrichte onderzoek zoveel vragen oproept over het dienstverband van de vrouw, dat het vermoeden van een fictief dienstverband voldoende aangetoond is en dat dit ook voldoende door de verzekeraar is toegelicht.
Volgens de voorzieningenrechter heeft NN een voldoende zorgvuldige afweging gemaakt en in redelijkheid kunnen vermoeden dat er sprake is van een fictief dienstverband tussen de vrouw en de Holding. Het aangaan van een fictief dienstverband brengt met zich mee dat er sprake is van opzettelijke benadeling door de betrokkene. Daarom heeft NN in redelijkheid kunnen overgaan tot opname van de persoonsgegevens van de man in het IVR. Hierbij is mede in aanmerking genomen dat de opname in het IVR, in de gegeven omstandigheden, ook in verhouding staat tot de gepleegde fraude. Ook is op voorhand niet aannemelijk dat de man hiervan nadelige gevolgen ondervindt. Immers, registratie in het IVR is slechts een interne registratie, die uitsluitend zichtbaar is voor bepaalde medewerkers van de NN Group en dan nog uitsluitend zijn personalia. Dat de man bij een van de instellingen die onderdeel zijn van NN Group nieuwe producten wil afnemen en aldus nadeel zal ondervinden van die registratie is niet gebleken. Bovendien zorgt de registratie in het IVR alleen er ook niet voor dat de man, bij afsluiten van een verzekering bij een andere instelling, melding moet maken van die registratie. Hierdoor is hij ook op een andere manier niet in zijn belangen wordt geschaad door deze registratie.
De vordering van de man wordt dan ook afgewezen en de IVR registratie blijft in stand.
Wat kunt u doen?
Neem als tussenpersoon contact op met uw klant als u ziet dat er meerdere mutaties plaatsvinden of hebben plaatsgevonden in het bedrijf, dan wel de persoonlijke situatie van de klant. Vraag door en leg uw klant uit wat gevolgen kunnen zijn als u vermoed dat de klant (mogelijk) een verkeerde voorstelling van zaken geeft. Ook de gevolmachtigd agent moet, net als de gevolmachtigde in deze zaak, alert zijn op signalen dat klanten opzettelijk een verkeerde voorstelling van zaken geven.
Wat kan SVC voor u doen?
Heeft u behoefte aan ondersteuning met betrekking tot uw zorgplicht? Wij kunnen u hierin voorzien door middel van een dossiercontrole, een workshop en voorbeelden in ons Kennisportal. Neem
contact met ons op en wij informeren u over de mogelijkheden.